Wanneer kinderfysiotherapie bij peuters?
Voor peuters wordt de wereld steeds groter. Bewegen doen ze met veel plezier en soms is het een spel op zich. Denk aan peuters die eindeloos rondjes draaien om hun as, schommelen of op- en afspringen. Peuters gaan leren samen spelen, rennen en klimmen. Wanneer een peuter hierin niet goed mee kan doen zal het hem frustreren, wat teruggetrokken gedrag of driftbuien tot gevolg kan hebben.
Wij zien veel peuters omdat ze:
- niet gaan lopen, maar blijven schuiven op hun billen;
- niet graag lopen, maar snel in de buggy willen of vragen om gedragen te worden;
- veel vallen of struikelen;
- niet durven klimmen, moeite hebben met op- en afstappen of angstig zijn om te bewegen;
- zich trager ontwikkelen dan leeftijdsgenoten;
- een aangeboren aandoening hebben;
- zich anders of minder gaan bewegen, mogelijk door pijnklachten;
- druk zijn, niet goed uitkijken, onbesuisd en niet bang zijn waardoor ze vaak vallen of tegen dingen aanlopen;
- een afwijkende stand van de voeten hebben.
Peuters komen doorgaans naar de praktijk voor de behandeling maar soms kan het zinvol zijn om een kind in zijn eigen omgeving te behandelen b.v. wanneer het thuis niet durft trap te lopen of wanneer het een kinderdagverblijf bezoekt waar de leiding aangeeft extra te willen oefenen.